Staatssecretaris Dijksma heeft het besluit 'Emissiearme huisvestingssystemen landbouwdieren' naar de Tweede Kamer gestuurd.
De norm voor melk- en kalfkoeien boven de twee jaar wordt verhoogd naar 12,2 kilo ammoniak per dierplaats per jaar. Deze geldt voor nieuwe stallen, gebouwd tussen 1-1-2008 en 1-1-2015. Ook geldt de norm bij uitbreidingen met meer dan 20 dierplaatsen per jaar en in geval van kleinere uitbreidingen van de stalcapaciteit vanaf 2015. Wordt weidegang toegepast, dan geldt een ruimere emissienorm van 13 kilo ammoniak per dierplaats per jaar.
Vanaf 2015 wordt een strengere norm van 11 kilo ammoniak van kracht en geldt de stelregel dat elk nieuw stalsysteem minstens 15 procent emissiereductie moet opleveren. Vanaf 2018 geldt een norm van 8,6 kilo, ofwel een emissiereductie met minstens 33 procent. Bij stalsystemen met voorlopige emissiefactoren moet worden gerekend met iets strengere eindnormen. Niet onder de regels vallen vrijloopstallen en stallen van biologische veehouders.
Vrijloopstallen zijn vooralsnog uitgezonderd van de maximale emissiewaarde. Deze stallen zijn in ontwikkeling en interessant op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid. Met name meer ruimte in combinatie met een zachte bodem geeft de dieren meer mogelijkheden voor natuurlijk gedrag. Onderzoek naar de emissie van ammoniak is nog niet afgerond en een maximale emissiewaarde zou de verdere ontwikkeling van dit type stallen frustreren. Om deze reden is gekozen voor een voorlopige uitzondering.
De norm voor melk- en kalfkoeien boven de twee jaar wordt verhoogd naar 12,2 kilo ammoniak per dierplaats per jaar. Deze geldt voor nieuwe stallen, gebouwd tussen 1-1-2008 en 1-1-2015. Ook geldt de norm bij uitbreidingen met meer dan 20 dierplaatsen per jaar en in geval van kleinere uitbreidingen van de stalcapaciteit vanaf 2015. Wordt weidegang toegepast, dan geldt een ruimere emissienorm van 13 kilo ammoniak per dierplaats per jaar.
Vanaf 2015 wordt een strengere norm van 11 kilo ammoniak van kracht en geldt de stelregel dat elk nieuw stalsysteem minstens 15 procent emissiereductie moet opleveren. Vanaf 2018 geldt een norm van 8,6 kilo, ofwel een emissiereductie met minstens 33 procent. Bij stalsystemen met voorlopige emissiefactoren moet worden gerekend met iets strengere eindnormen. Niet onder de regels vallen vrijloopstallen en stallen van biologische veehouders.
Vrijloopstallen zijn vooralsnog uitgezonderd van de maximale emissiewaarde. Deze stallen zijn in ontwikkeling en interessant op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid. Met name meer ruimte in combinatie met een zachte bodem geeft de dieren meer mogelijkheden voor natuurlijk gedrag. Onderzoek naar de emissie van ammoniak is nog niet afgerond en een maximale emissiewaarde zou de verdere ontwikkeling van dit type stallen frustreren. Om deze reden is gekozen voor een voorlopige uitzondering.