De deelnemers van het praktijknetwerk “gebruikers vrijloopstallen” hebben hun ervaringen van afgelopen zomer geëvalueerd en omgezet in tips. De stalverdamping was duidelijk veel groter dan de mestbelasting op de bodem van de vrijloopstal. Het vocht verdampte bijna “automatisch” uit de bedding.
De melkveehouders van vrijloopstallen met een folie-bovenbouw zijn eerder gestopt met compost bijstrooien dan bij stallen met traditionele dakplaten. Ook werd de bodem bij stallen met een folie-bovenbouw gedurende de zomer droger. Bij de vrijloopstallen met een folie-bovenbouw droogde de bodem tot gemiddeld 65 % droge stof, stallen met dakplaten haalde 50-55% droge stof. Verschillen in droge stof tussen compostbodems en composteringsbodems (houtsnippers) waren deze zomer beperkt.
Van de zomer bleek dat de compostbodem droogt tot de bewerkingsdiepte. Dieper bewerken betekent een diepere droging. Enkele deelnemers hebben de droge toplaag apart gezet, zodat ook de daaronder gelegen compost weer kon drogen.
Bij de composteringsbodems (houtsnippers) is er niet of nauwelijks bijgestrooid. De bodem bleef op temperatuur en voldoende droog. Nu, in de nazomer, worden de stallen klaargemaakt voor de winterperiode. De één heeft dit gedaan door oude houtsnippers weer opnieuw in de stal te brengen, de ander is met nieuwe houtsnippers begonnen. Een bodem met houtsnippers en blad is snel op temperatuur. Als de houtsnippers te grof zijn en op grasland worden uitgereden, is de kans groot dat deze in het ruwvoer terug gevonden worden. Uitrijden op maisland is een oplossing. Uitzeven is ook een mogelijkheid maar brengt extra kosten met zich mee.
Dit netwerk maakt onderdeel uit van een koepel van netwerken in het westen, waaraan ruim 60 melkveehouders deelnemen. Deze koepel wordt ondersteund door het Veenweide Innovatie Centrum, PPP-Agro Advies en Wageningen UR Livestock Research.
Bovenstaande ervaringen hebben geleid tot een leaflet: “zomertips vrijloopstal”.
De melkveehouders van vrijloopstallen met een folie-bovenbouw zijn eerder gestopt met compost bijstrooien dan bij stallen met traditionele dakplaten. Ook werd de bodem bij stallen met een folie-bovenbouw gedurende de zomer droger. Bij de vrijloopstallen met een folie-bovenbouw droogde de bodem tot gemiddeld 65 % droge stof, stallen met dakplaten haalde 50-55% droge stof. Verschillen in droge stof tussen compostbodems en composteringsbodems (houtsnippers) waren deze zomer beperkt.
Van de zomer bleek dat de compostbodem droogt tot de bewerkingsdiepte. Dieper bewerken betekent een diepere droging. Enkele deelnemers hebben de droge toplaag apart gezet, zodat ook de daaronder gelegen compost weer kon drogen.
Bij de composteringsbodems (houtsnippers) is er niet of nauwelijks bijgestrooid. De bodem bleef op temperatuur en voldoende droog. Nu, in de nazomer, worden de stallen klaargemaakt voor de winterperiode. De één heeft dit gedaan door oude houtsnippers weer opnieuw in de stal te brengen, de ander is met nieuwe houtsnippers begonnen. Een bodem met houtsnippers en blad is snel op temperatuur. Als de houtsnippers te grof zijn en op grasland worden uitgereden, is de kans groot dat deze in het ruwvoer terug gevonden worden. Uitrijden op maisland is een oplossing. Uitzeven is ook een mogelijkheid maar brengt extra kosten met zich mee.
Dit netwerk maakt onderdeel uit van een koepel van netwerken in het westen, waaraan ruim 60 melkveehouders deelnemen. Deze koepel wordt ondersteund door het Veenweide Innovatie Centrum, PPP-Agro Advies en Wageningen UR Livestock Research.
Bovenstaande ervaringen hebben geleid tot een leaflet: “zomertips vrijloopstal”.